Weet u dat Hongarije het zesde belangrijkste wijnexporterend land ter wereld is? De aantrekkelijke warme zomers en de zachte herfstmaanden zijn precies wat de wijngaarden nodig hebben om zowel droge als zoete wijnen met een relatief hoog alcoholpercentage te produceren. De meest bekende Hongaarse wijn soorten komen uit de omgeving van het stadje Tokaji. Uit deze streek komen de wijnen die door de Franse koning Lodewijk XIV de "Wijn van de koningen - koning van de wijnen" werd benoemd. Voor de Tokaji Aszú wijn worden de druiven aan de wijnstokken gelaten totdat ze rot zijn, zodat ze een hoog suikergehalte opgebouwd hebben. De druiven worden eind oktober één voor één met de hand geplukt, daarna moet de wijn rijpen in kleine fusten, dit duurt tussen de vier en zes jaar. De wijn wordt na het bottelen staande bewaard.
De wijnen van Badacsony, aan het Balatonmeer, zijn na die van Tokaji de belangrijkste. Dit zijn rijpe en karaktervolle wijnen, de aromatische Kéknyelü en de zoetere Szürkebarát (Grijze Monnik) zijn de bekendste. Als wij over rode wijnen praten, moeten wij natuurlijk ook nog de wijnen uit de omgeving Eger noemen. Aan de voet van het Bükk gebergte strekken zich hier enorme gangenstelsels uit waarin de wijn uit de Eger regio bijv. Egri Bikavér geduldig ligt te wachten op de export. Weet u dat de regio die nu wijn gebied Villány-Siklós heet al 2000 jaar geleden bekend was bij de Romeinen als druivengebied?